In een vocabulaire staan de woorden die een gebruiker wil gebruiken om te communiceren. Een vocabulaire is persoonlijk. Woorden zijn gerangschikt in categorieën en subcategorieën.
In sommige categorieën staan algemene woorden, die voor alle gebruikers betekenis hebben. Zo zullen de dingen in en rond het huis voor iedereen van belang zijn.
In andere categorieën staan persoonlijke woorden. Denk aan de familieleden van een gebruiker; je zal voor iedereen een foto met de naam willen hebben. Een editor kan deze categorieën maken.
De gebruiker communiceert eenvoudig door het selecteren van categorieën, subcategorieën en woorden.